Want [59]gij ziet uw roeping, broeders, dat [gij] niet vele wijzen [zijt] [60]naar het vlees, niet vele machtigen, niet vele edelen.
59. Of, ziet uwe roeping; dat is, hoe gij geroepen zijt; of, degenen, die geroepen zijn onder u, namelijk tot de gemeenschap van Christus en van Zijne gemeente.
60. Dat is, naar den uitwendigen staat en achting der mensen.